Gebruik van het programma

Bij dit e-learningprogramma ligt de nadruk op leren. Maak je fouten, dan leer je daarvan, want bij alle vragen krijg je een uitgebreide toelichting. In de casussen worden verschillende situaties behandeld waarin je een veilige werkruimte moet creëren. Als je alle vragen met toelichtingen hebt doorgewerkt, dan heb je in principe de hele richtlijn doorgewerkt.

Verder kan je kiezen hoe je dit programma wilt gebruiken.

A Met de casussen beginnen

Je kunt proberen de vragen bij de casussen meteen te gaan maken, zonder eerst de richtlijn door te nemen. Al doende leer je van de toelichtingen bij de vragen.

B Eerst de richtlijnen downloaden

Op de startpagina kun de richtlijn downloaden. Je kunt deze eerst doornemen voordat je de vragen maakt.

Proefexamen maken

Heb je de indruk dat je de richtlijn goed kent? Dan kun je het proefexamen proberen. Het proefexamen behandelt niet alle onderwerpen. Alleen het proefexamen oefenen bereidt je dus onvoldoende voor op een veilige werkpraktijk!

Examen

Als je het e-learningprogramma hebt doorgewerkt en het proefexamen goed hebt gemaakt, dan ben je klaar voor het examen. Dit bestaat uit 30 vragen. Als je 24 of meer vragen goed beantwoordt, dan krijg je via e-mail jouw Certificaat toegestuurd. Dit Certificaat moet je zelf afdrukken, invullen en ondertekenen.